Concertreis naar Oostenrijk
Met het Jeugdensemble naar Oostenrijk Van 10 tot 20 juli 2007
Op een gure zomeravond stormt mijn waarde broertje de keuken binnen. “Ja, ze hebben werk voor je!” En dat met een zelfvoldane grijns. “Dat artikel van de Kunstvrienden moet maandag binnen zijn.” Juist ja, dat verslag … hm. En ineens flitst me dat verslag door het hoofd, tezamen met de voor het moment o zo geruststellende gedachten, waardoor ik echter in zulke beroerde
situatie verzeild ben geraakt. Tijdsnood noemt men dat. O, dat verslag, dat komt later wel. Eerst moet alles een beetje bezinken zo vlak na de reis. En dat verslag, dat zal wel komen, later,
eerst nog een paar pintjes (wanneer je op de parkfeesten iemand van de harmonie tegenkomt die je aan de reis en dat verslag doet herinneren). Jaja, dat verslag, dat komt er wel eens, ooit, als ze erom zeuren, eerst nog wat TV kijken (en dat zeg je natuurlijk net
voor je broer komt binnenstormen!). Nu, dat verslag, en werkelijk nu, dan vervloek je natuurlijk je moeder die zo nonchalant vertelde “… dat hij wel iets zal schrijven…”. En je verloekt
natuurlijk jezelf dat je toen nogal verdwaasd van ja knikte. Het was immers zo warm, daar in Oostenrijk.
Nu ja, dat verslag. Hoe gaan we dat aanpakken? Chronologisch?
Neen. Misschien al je verwarde gedachten op een blad papier gooien en dan maar hopen dat het goed uitkomt …misschien… Oeps! Ben al begonnen, geen weg terug. En ik heb al zoveel opgeschreven zonder nog maar over de reis te reppen. Nu dat verslag over Oostenrijk; eerst de hoogtepunten (letterlijk!). De hoogste berg die de groep beklommen heeft, de …..Spitze. En dat tijdens één van de warmste dagen, da’s kunnen. En natuurlijk één van de mooiste panorama’s die je kan vinden. Adembenemende overgangen van groen naar grijs, naar donkerder grijs en zwart en dan weer naar blauw met even voor dat blauw wat witte plekjes. Maar dat is
misschien wel een ietwat té groot cliché. Wel hoorde je later dat er blijkbaar witte beestjes, gemsen of zoiets, tussen die eeuwige sneeuw zaten. En dat je ze niet opmerkte toen je op de bergkam stond te staren en te hijgen. En dan zie je in de verte enkele puntjes die razendsnel een verdergelegen bergkam beklimmen en zich haasten om zich daarboven nog wat te amuseren, met misschien wel wat lichaamsbeweging voor de verandering. Dan veeg je het zweet van je voorhoofd, merk je het zout op je huid en besef je dat je ook maar een mens bent. Nu komen die stipjes terug dichterbij en crossen ze met een brede, zalige glimlach op hun gezichten terug naar beneden om de bestelwagen te halen en ons op tijd te komen ophalen. Wat een service!
Mischien nog een ander hoogtepunt, het laatste, want het is verschrikkelijk moeilijk alle gebeurtenisen keurig op een rijtje te zetten in zo’n verslag. En alles valt hier toch door de enorme en onvermijdelijke zeef van het menselijk geheugen. Bergen, Bergklimmen, … nog iets met een ‘B’? B…B,B,…BIER. Ja, natuurlijk, wie zou dat nu uit het plaatje kunnen wegdenken, zelfs
al zou hij nog zo zijn best doen. Oostenrijk is het land van melk en honing, als je de melk vervangt door bier en de honing door … bier. Het was zelfs dit geliefde product dat enkele langharige jongelingen, niet nader bij naam te vermelden, er toe bracht één
van de weinige vrije namiddagen in het grootste nabijgelegen stadje op volgende wijze door te brengen; Men kope één kaart (om de schijn hoog te houden), en liefst één van een paar bladzijden waarin je best je neus kan snuiten en die van zulke erbarmelijke kwaliteit is dat sommigen zelfs geïnspireerd werden tot het schrijven van een al even nietszeggend artikel of reisverslag…
Na de krant zet men zich op een terrasje, om na enkele minuten tot de conclusie te komen dat het daar te warm is om comfortabel genoeg te kunnen zitten. Hierna stapt men een winkeltje binnen waar de airco aan staat teneinde de warmte te verdringen, om tenslotte te merken dat de benen te moe worden en terug naar datzelfde terrasje te gaan en in exact dezelfde zetel neer te zijgen. Nu ja, hoogtepunt, dat is voor verschillende mening vatbaar. Het staat hier toch maar en het was een plezante herinnering.
Maar hoe is het mogelijk zulk een gevariëerd samenraapsel van personen, dat uiteindelijk een hechte groep werd, te typeren? Door enkele opmerkelijke figuren wat naar voren te schuiven en te beschrijven. Dit in de hoop dat u als buitenstaander zich na het lezen ervan een correct beeld kan vormen. De oudsten, die dapper de bergen beklommen? De jongsten, die de discipline hadden op tijd te gaan slapen of de bedachtzamen, die besloten geen opera boven op de bergen te verkopen? En hoe lukt het de sfeer die er heerste in bewoordingen te gieten? Misschien zegt het gevoel van leegte net na de reis en de oprecht diepe glimlach op mijn gezicht als ik iemand terugzie van de reis wel genoeg over het fenomeen dat wij “groep” noemen. Althans, dat denk ik ervan langs mijn kant. En misschien worden er wel enkele prikjes gegeven in dit zogenaamde verslag. Maar dat moet de lezer dan maar opvatten als het gesteek van een daas. Zulke beestjes steken enkel omdat ze moeten … of omdat ze nu eenmaal irritante wezentjes zijn? Maar hun steken zijn niet dodelijk, en zelfs al zouden ze dat willen,
ze zouden er toch niet in slagen. </p>